Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat dat overeenkomstig het decreet van 18 mei 1999, houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, specifieke ambtenaren van ruimtelijke ordening op gewestelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau bepaalde taken moeten vervullen; dat volgens hetzelfde decreet de Vlaamse regering de voorwaarden moet bepalen voor aanstelling als ambtenaar van ruimtelijke ordening, wat in eerste instantie gebeurd is bij besluit van de Vlaamse regering van 19 mei 2000; dat in d
at regeringsbesluit evenwel nadere specificaties inzake het voor de meeste functies in principe vereis
...[+++]te diploma ruimtelijke ordening gedelegeerd worden naar de bevoegde minister; dat een ministerieel besluit terzake voor advies werd voorgelegd aan de Raad van State, die tot de conclusie kwam dat het ministerieel besluit een voldoende rechtsgrond in het regeringsbesluit ontbeerde; dat derhalve dringend de bepalingen die als rechtsgrond moeten dienen, moeten worden aangepast; dat voorliggend wijzigingsbesluit dringend moet genomen worden omdat zolang dat niet is gebeurd de aanstelling van de ambtenaren niet rechtsgeldig kan gebeuren, terwijl sommige van de ambtenaren zo snel mogelijk de taken moeten kunnen opnemen, die hen door het op 1 mei 2000 in werking getreden decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening worden toegewezen; dat op dit moment reeds problemen rijzen omdat de behandeling van aanvragen van publiekrechtelijke rechtspersonen door de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaren moet gebeuren, of door de minister; Vu l'urgence, motivée par la circonstance que conformément au décret du 18 mai 1999 portant organisation de l'aménagement du territoire, des fonctionnaires spécifiques de l'aménagement du territoire doivent remplir certaines tâches au niveau régional, provincial et communal; que conformément au même décret, le Gouvernement flamand doit fixer les conditions de désignation en tant que fonctionnaire de l'aménagement du territoire, une matière qui a été réglée en premier lieu par l'arrêté du Gouvernement flamand du 19 mai 2000; que par cet arrêté gouvernemental des spécifications plus détaillées concernant le diplôme d'une formation en aménagement du territoire requis en principe pour la plupart des fonctions, sont cependant déléguées au mini
...[+++]stre compétent; qu'un arrêté ministériel y afférent a été soumis à l'avis du Conseil d'Etat qui a conclu que l'arrêté gouvernemental offrait insuffisamment de fondement juridique à l'arrêté ministériel; que par conséquence les dispositions qui doivent servir de fondement juridique, doivent être adaptées d'urgence; que le présent arrêté modificatif doit être pris d'urgence étant donné qu'autrement la désignation des fonctionnaires n'est pas valable alors que certains fonctionnaires doivent pouvoir accomplir le plus tôt possible les tâches qui leur sont attribuées par le décret portant organisation de l'aménagement du territoire qui est entré en vigueur le 1 mai 2000; qu'en ce moment déjà des problèmes se produisent puisque l'examen des demandes de personnes juridiques de droit public incombe aux fonctionnaires urbanistes régionaux ou au ministre; 
