Wanneer de trekker is uitgerust met een integraal bekrachtigde stuurinrichting die is toegestaan indien zij een uitsluitend hydraulische overbrengingsinrichting heeft, moet het mogelijk zijn bij het uitvallen van de servo-inrichting of van de motor, met behulp van een speciale hulpinrichting de twee in punt 3.1.3 omschreven manoeuvres uit te voeren.
Si le tracteur est muni d’un équipement de servodirection et pour autant que ce dernier ait une transmission purement hydraulique, il doit être possible, en cas de panne du dispositif spécial ou du moteur, d’effectuer, à l’aide d’un dispositif spécial additionnel, les deux manœuvres décrites au point 3.1.3.