Uitgaande van een gemiddeld inkomen (60% van het gemiddelde nationale inkomen) waaronder personen in een situatie van armoede terecht dreigen te komen, leefde in 1997 circa 18% van de bevolking van de EU in huishoudens met een inkomen dat onder dit gemiddelde lag. Dit percentage is nagenoeg identiek aan dat van 1995, met als verzwarende omstandigheid dat de relatieve armoedegrens varieert van 12 060 euro in Luxemburg tot 2 870 euro in Portugal.
Si l'on se fonde sur une définition d'un taux de revenu (60% du revenu moyen national), en dessous duquel les personnes sont confrontées au risque de pauvreté, près de 18% de la population de l'UE appartenait, en 1997, aux couches dont le revenu est inférieur à ce seuil, soit un pourcentage qui équivaut peu ou prou à celui de 1995, avec cette circonstance aggravante que ce seuil varie entre 12 060 euros au Luxembourg et à peine 2 870 euros au Portugal.