De twee prejudiciële vragen dienen ontkennend te worden beantwoord, wat er voor het Hof op neerkomt het arrest nr. 74/98, dat het op 24 juni 1
998 als antwoord op soortgelijke vragen heeft gewezen, te bevestigen, enerzijds, en, wat de tweede prejudiciële vraag betreft, rekening te houden met het feit dat het ontbreken van een specifieke motivering van de beslissing om het deskundigenonderzoek te bevelen door het openbaar ministerie of door een onderzoeksgerecht op het vlak van het niet-contradictoir karakter van het bevolen deskundigenonderzoek, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, afzonderlijk of in samenhang gelezen met artikel 6 van
...[+++]het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens niet schendt, anderzijds.Il convient de répondre de manière négative aux deux questions préjudicielles, ce qui consiste, pour la Cour, à confirmer l'ar
rêt n° 74/98 qu'elle a rendu le 24 juin 1998 répondant à des questions similaires, d'une part, et, en ce qui concerne la deuxième question préjudicielle, de tenir compte de ce que l'absence d'une motivation spécifique de la décision ordonnant l'expertise par le ministère public ou par une juridiction d'instruction sur le point de la non-contradiction de l'expertise ordonnée ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution, lus isolément ou combinés avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'
...[+++]homme.