De wet van 12 maart 1998 tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek (de zogenaamde « wet-Franchimont ») heeft het principe van het weliswaar betrekkelijke geheim van het vooronderzoek van de strafrechtspleging (artikelen 28quinquies, § 1, en 57, § 1, van het Wetboek van strafvordering) bevestigd.
La loi du 12 mars 1998 relative à l'amélioration de la procédure pénale au stade de l'information et de l'instruction (dite « loi Franchimont ») a confirmé le principe du secret certes relatif de la phase préparatoire du procès pénal [article 28quinquies, § 1 , et 57, § 1 , du Code d'instruction criminelle (CIC)].