7.3.2. De kandidaat met diabetes mellitus die wordt behandeld met een dieet of bloedsuikerverlagende tabletten die in een therapeutische dosis geen hypoglycemieaanvallen kunnen veroorzaken, kan rijgeschikt worden verklaard indien hij vrij is van de in punt 7.2. bedoelde verwikkelingen, een stabiele diabetes heeft, onder regelmatig geneeskundig toezicht staat, een volledig inzicht heeft in zijn aandoening en blijk geeft van strikte therapietrouw.
7.3.2. Le candidat atteint de diabète sucré et traité par un régime ou aux médications orales hypoglycémiantes qui, à dose thérapeutique, ne risquent pas de provoquer de l'hypoglycémie peut être déclaré apte à la conduite à la condition qu'il ne présente aucune des complications visées au point 7.2., que son diabète se soit stabilisé, qu'il fasse l'objet d'une surveillance médicale régulière, qu'il soit pleinement conscient de son affection et qu'il suive fidèlement son traitement.La durée de validité de l'aptitude à la conduite est de cinq ans maximum jusqu'à l'âge de 50 ans et de trois ans à partir de cet âge.