In de aanschrijving van de minister van Binnenlandse Zaken van 27 april 1954 betreffende «Provincieraadslid - Onverenigbaarheden» wordt gesteld, dat de wetgever van 1921 toen hij de tekst van de wet van 30 april 1836 vervolledigde, door aan deze onverenigbaarheid onder meer de term «ambtenaren» toe te voegen - dan wanneer de oorspronkelijke tekst slechts gewag maakte van «beambten» - regels van algemene draagwijdte heeft willen instellen.
La dépêche du ministre de l'Intérieur du 27 avril 1954 relative au «Conseiller provincial - Incompatibilités», précise que le législateur de 1921 a entendu établir des règles à portée générale, lorsqu'il a complété le texte de la loi du 30 avril 1836 en ajoutant notamment le terme «fonctionnaires» à cette compatibilité - alors que le texte primitif ne visait que les «employés».