— De termijn van tien dagen waarin, in geval van vordering tot schorsing, conclusies van de rechters-verslaggevers strekkende tot de uitspraak van een arrest van niet-ontvankelijkheid moeten worden opgesteld, wordt verlengd tot vijftien dagen, net als de termijn van vijftien dagen waarover de partijen van hun kant beschikken om op die conclusies te reageren door een zogeheten « memorie met verantwoording » in te dienen.
— Dans le cadre de la demande de suspension, le délai de dix jours dans lequel des conclusions des juges-rapporteurs tendant à faire prononcer un arrêt d'irrecevabilité doivent être rédigées est porté à quinze jours, à l'instar du délai octroyé aux parties pour réagir à ces conclusions par l'introduction d'un mémoire dit « justificatif ».