Art. 7. De Minister moet zijn gemotiveerde beslissing schriftelijk aan de aanvragende instelling en het Toezichtcomité mededelen, uiterlijk binnen een termijn van vier maanden te rekenen vanaf de datum waarop het voorstel, bedoeld in artikel 2, tweede lid, werd verzonden; de poststempel geldt als bewijs.
Art. 7. Le Ministre doit communiquer par écrit sa décision motivée à l'institution demanderesse et au Comité de surveillance, dans un délai de quatre mois à compter de la date d'expédition de la proposition visée à l'article 2, alinéa 2, le cachet de la poste faisant foi.