Q. overwegende dat de permanente verschillen tussen de wetgevingen van de lidstaten op het vlak van de IER, in het bijzonder wat betreft de strafmaatregelen die de naleving ervan beogen, de onderhandelingspositie van de Europese Unie verzwakken en de inspanningen kunnen ondermijnen die tot op heden geleverd werden om te komen tot een efficiëntere bestrijding van namaak op internationaal niveau,
Q. considérant que les différences qui demeurent dans les législations des États membres en matière de DPI, notamment en ce qui concerne les mesures pénales visant à faire respecter ces droits, affaiblissent la position de négociation de l'Union et peuvent saper les efforts accomplis jusqu'à présent pour combattre de manière plus efficace la contrefaçon à l'échelle internationale,