Zij vraagt dat de westerse landen bij Habyarimana zouden tussenkomen. De ambassadeur oordeelt echter : « m.i. dient vermeden te worden dat in deze zaak overhaastig wordt gereageerd en dat de indruk wordt gewekt dat het diplomatiek korps zich onvoorwaardelijk achter de Eerste Minister schaart ».
L'ambassadeur estime cependant : « m.i. dient vermeden te worden dat in deze zaak overhaastig wordt gereageerd en dat de indruk wordt gewekt dat het diplomatiek korps zich onvoorwaardelijk achter de Eerste Minister schaart ».