Uiteindelijk werd besloten de Vergadering voor 2004-2009 (voor de op dat moment vijfentwintig sta
ten) uit te breiden naar 732 zetels: Duitsland behield er 99, Frankrijk, Italië en het Verenigd Koninkrijk waren even sterk vertegenwoordigd met 78 zetels en Spanje en Polen hadden er elk 54 (Later, bij de toetreding van Bulgarije en Roemenië, werd besloten dat er va
naf 2009 736 zetels zouden zijn: opnieuw zou Duitsland er 99 houden, Frankrijk, Italië en het Verenigd Koninkrijk
...[+++] daalden naar elk 72 zetels en Spanje en Polen naar 50.)
En fin de compte, pour la législature 2004-2009, le nombre de sièges (pour les 25 États membres d'alors) était porté à 732, l'Allemagne en conservant 99, la France, l'Italie et le Royaume-Uni demeurant au même niveau avec 78 sièges, et l'Espagne et la Pologne en obtenant 54 chacune (Ultérieurement, au moment de l'adhésion de la Bulgarie et de la Roumanie, il fut convenu que le nombre total serait porté à 736 sièges à compter de 2009, l'Allemagne en conservant là encore 99, la France, l'Italie et le Royaume-Uni revenant chacun à 72 sièges et l'Espagne et la Pologne à 50).