Uit de rechtsleer vloeit voort dat de inachtneming van voornoemde regel niet vereist dat het vonnis integraal wordt voorgelezen en niets belet zich tot de mondelinge uitspraak van de beslissing te beperken, die daarna mag worden opgesteld op voorwaarde dat de inhoud ervan niet wordt gewijzigd en de mondeling gegeven motieven niet door totaal verschillende motieven worden vervangen (cf. RPDB, deel VII, vº « Jugements et arrêts », nr. 234 en ontwerp van wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek, memorie van toelichting, Gedr.
Il résulte de la doctrine que le respect de cette règle ne nécessite pas que le jugement soit lu intégralement et que rien n'interdit de se borner à une prononciation orale de la décision qui sera rédigée par la suite à condition de ne pas en altérer la substance et de ne pas substituer aux motifs donnés oralement des motifs complètement différents (cf. R.P.D.B.