(b) ‘immigratie’: de handeling waarbij een▐ persoon zijn gewone verblijfplaats voor ten minste twaalf maanden, of naar verwachting ten minste twaalf maanden, op het grondgebied van een lidstaat vestigt, nadat hij daarvoor zijn gewone verblijfplaats in een andere lidstaat of in een derde land had;
(b) “immigration” signifie l’établissement, par une personne , de sa résidence habituelle, pour une période atteignant ou supposée atteindre douze mois au moins, sur le territoire d’un Etat membre ou d’un pays tiers autre que celui de sa dernière résidence habituelle ;