B. overwegende dat volgens de inschatting van de Commissie deze demografische veranderingen de bevolkingsopbouw en de leeftijdspiramide ingrijpend zouden kunnen wijzigen, dat het aantal jongeren tussen 0 en 14 jaar zou dalen van 100 miljoen (grondslag 1975) tot 66 miljoen in 2050, de bevolking in d
e werkende leeftijd tegen 2010 met 331 miljoen op zijn grootst zou zijn om vervo
lgens regelmatig te krimpen (tot ongeveer 268 miljoen in 2050), terwijl in de periode 2004-2050 met een verlenging van de levensverwachting van 6 jaar voor mann
...[+++]en en 5 jaar voor vrouwen het aantal ouderen van meer dan 80 jaar zou toenemen van 4,1% in 2005 tot 11,4% in 2050,
B. considérant que ces changements démographiques pourraient, selon les estimations de la Commission, modifier en profondeur la structure de la population et la pyramide des âges; qu'ainsi, le nombre de jeunes âgés de 0 à 14 ans passerait de 100 millions (indice 1975) à 66 millions en 2050, la population en âge de travailler culminerait à 331 millions vers 2010 et diminuerait ensuite régulièrement (environ 268 millions en 2050), tandis que l'espérance de vie augmentant de 6 ans pour les hommes et 5 ans pour les femmes entre 2004 et 2050, le nombre de personnes âgées de plus de 80 ans passerait de 4,1 % en 2005 à 11,4 % en 2050,