Si vous avez ou avez eu une affection du rythme cardiaque, éventuellement d’origine congénitale (vue sur l’ECG, enregistrement du tracé électrique du coeur), si vous avez un déséquilibre électrolytique (notamment un taux faible de potassium ou de magnésium dans le sang), si vous avez un rythme cardiaque très lent (bradychardie), si vous souffrez d’une insuffisance cardiaque, si vous avez ou avez eu des anomalies du rythme cardiaque ou si vous prenez d’autres médicaments qui provoquent des anomalies de l’ECG (voir rubrique Autres médicaments et Proflox).
Als u een (al dan niet aangeboren) aandoening hebt of hebt gehad die gepaard gaat met een abnormaal hartritme (waargenomen op het ECG, electrocardiogram), als u een onevenwichtige zoutbalans in het bloed hebt (in het bijzonder een lage kalium- of magnesiumconcentratie in het bloed), als uw hartslag heel traag is (bradycardie), als u een zwak hart hebt (hartfalen), als bij u eerder hartritmestoornissen zijn waargenomen of als u andere geneesmiddelen gebruikt die abnormale veranderingen op het ECG teweegbrengen (zie paragraaf ‘Gebruikt u nog andere geneesmiddelen’).