Vertaling van "fréquent reporté dans la population pédiatrique était " (Frans → Nederlands) :

L’effet indésirable le plus fréquent reporté dans la population pédiatrique était la céphalée.
De vaakst voorkomende bijwerking gemeld bij pediatrische patiënten was hoofdpijn.

Dans l’ensemble, le profil de sécurité d’emploi dans cette population pédiatrique était similaire à celui observé dans la population adulte.
In het algemeen was het veiligheidsprofiel bij deze pediatrische patiënten vergelijkbaar met het veiligheidsprofiel waargenomen bij de volwassen populatie.

La toxicité rénale la plus fréquente chez les patients pédiatriques était l’augmentation du taux de créatinine.
De meest voorkomende renale toxiciteit bij pediatrische patiënten was een verhoogde creatinineconcentratie.

En plus des effets indésirables rapportés chez les adultes (voir rubrique b.), les effets indésirables suivants ont été observés plus fréquemment chez les patients pédiatriques : l’anémie était fréquente (9,5%) et la dyschromie cutanée (augmentation de la pigmentation) était très fréquente (31,8%) chez les patients pédiatriques.
Naast de bijwerkingen die bij volwassenen werden gemeld (zie rubriek b) werden de volgende bijwerkingen vaker bij pediatrische patiënten waargenomen: anemie trad vaak (9,5%) en huidverkleuring (toegenomen pigmentatie) zeer vaak (31,8%) bij pediatrische patiënten op.

Le NPT pour la population pédiatrique totale était de 9 (IC 95 % : 7-24) pour la population totale (ITT) et de 8 (IC 95 % : 6, limite supérieure non estimable) pour la population pédiatrique en contact avec les cas index infectés (ITTII).
De NNT voor de totale groep pediatrische patiënten was 9 (95 % BI 7 - 24) en 8 (95 % BI 6, bovengrens niet meetbaar) in de gehele populatie (ITT) en bij de pediatrische contacten van geïnfecteerde index cases (ITTII) respectievelijk.

Tachycardie, congestion nasale et rhinite, « fréquent » (c.à.d. ≥ 1/100, < 1/10) dans la population pédiatrique et « peu fréquent » (c.à.d. ≥ 1/1 000, < 1/100) dans la population adulte.
Tachycardie, neuscongestie en rinitis, " vaak" (d.w.z. ≥ 1/100, < 1/10) bij de pediatrische patiënten en " soms" (d.w.z. ≥ 1/1.000, < 1/100) bij de volwassen patiënten.

Les effets indésirables de tachycardie, congestion nasale/rhinite sont « fréquents » (c.-à-d. ≥ 1/100, < 1/10) dans la population pédiatrique et « peu fréquents » (c.-à-d. ≥ 1/1 000, < 1/100) dans la population adulte.
Tachycardie, neuscongestie en rhinitis, " vaak" (d.w.z. ≥ 1/100 tot < 1/10) in de pediatrische populatie en " soms" (d.w.z. ≥ 1/1000 tot < 1/100) in de volwassen populatie.

Tableau 2: Fréquence des effets indésirables observés avec le Bronchitol pendant la phase de traitement et lors de la séance de recrutement - population pédiatrique Classe de systèmes d’organes Très fréquent Fréquent Peu fréquent Troubles psychiatriques Difficulté d’endormissement
Tabel 2: Frequentie van bijwerkingen met Bronchitol tijdens de behandelfase en op de dag van screening - pediatrische patiënten Systeem/orgaanklasse Zeer vaak Vaak Soms Psychische stoornissen Inslaapproblemen Zenuwstelselaandoeningen Hoofdpijn Duizeligheid 2 Evenwichtsorgaan- en Oorpijn

Populations particulières de patients Patients pédiatriques L’exposition totale au déférasirox après l’administration d’une dose unique et de doses répétées était plus faible chez les adolescents (12 à 17 ans au plus) et chez les enfants (2 à moins de 12 ans) que chez l’adulte.
Patiëntenkarakteristieken Kinderen De totale blootstelling van adolescenten (12 tot en met 17 jaar) en kinderen (2 tot 12 jaar) aan deferasirox na enkelvoudige en meervoudige doses was lager dan die bij volwassen patiënten.