Le Conseil est d'avis que, en application de l'article 11 de la directive 75/362 CEE, il suffit que le médecin domicilié à l'étranger produise, lors de son inscription en Belgique, un certificat de bonnes vie et moeurs délivré par une administration d'un pays étranger.
De Raad is van oordeel dat in toepassing van artikel 11 van EEG Richtlijn 75/362, het volstaat dat een arts, woonachtig in het buitenland, bij zijn inschrijving in België een bewijs voorlegt van goed gedrag en zeden dat door een gemeente in het buitenland werd afgeleverd.