Traduction de «traités par des dérivés plasmatiques afin » (Français → Néerlandais) :

1. Evaluation de la proposition d’exclure les donneurs de sang susceptibles d’avoir été traités par des dérivés plasmatiques afin de réduire le risque de transmission de l’agent vCJD par administration de ces produits sanguins.
1. Evaluatie van het voorstel tot uitsluiting van bloeddonoren die een transfusie met plasmaderivaten zouden kunnen gekregen hebben om het risico van overdracht van het vCJD agens door de toediening van deze bloedproducten te verlagen.

L’exclusion de donneurs traités par des dérivés plasmatiques n’est pas recommandée puisque le pouvoir infectant de l’agent vCJD est très limité pour ces dérivés.
De uitsluiting van donoren behandeld met plasmaderivaten wordt niet aanbevolen, omdat de vCJD infectiositeit van deze derivaten uiterst beperkt is.

Dès lors, le CSH estime qu'il n'est pas indiqué d'exclure des donneurs qui ont été traités par des dérivés plasmatiques, ni de manière permanente les candidats à des dons qui ont été transfusés avec des composants sanguins.
De HGR is bijgevolg van oordeel dat het niet aangewezen is donoren uit te sluiten, die plasmaderivaten toegediend kregen. Hij acht het ook niet nodig de kandidaten voor donaties, die een transfusie van bloedbestanddelen gekregen hebben, op permanente wijze uit te sluiten.

Par contre, aucun pays n’a mis en application l’exclusion des donneurs ayant été traités par des dérivés plasmatiques.
Geen enkel land daarentegen heeft de uitsluiting van donoren, die plasmaderivaten toegediend kregen, toegepast.

Le parvovirus B19 a été transmis à quelques receveurs de dérivés plasmatiques, d’érythrocytes, de plaquettes et de plasma traités par solvant-détergent (Eastlund, 2004).
Parvovirus B19 werd overgedragen op enkele receptoren van plasmaderivaten, rode bloedcellen, plaatjes en plasma behandeld met solvent-detergent (Eastlund, 2004).

Un inhibiteur cliniquement significatif de faible titre a été détecté chez un patient parmi 65 patients traités par BeneFIX (dont 9 ne participant qu’à l’étude chirurgicale) qui avaient antérieurement reçu des dérivés plasmatiques.
Een klinisch relevante remmer met een lage respons werd ontdekt bij 1 van de 65 BeneFIX-patiënten (waaronder 9 patiënten die alleen aan de chirurgische studie deelnamen) die eerder uit plasma verkregen producten hadden ontvangen.

Un inhibiteur cliniquement significatif de faible titre a été détecté chez un patient parmi 65 patients traités par BeneFIX (dont 9 ne participant qu’à l’étude chirurgicale) qui avaient antérieurement reçu des dérivés plasmatiques. Le traitement par BeneFIX a pu être poursuivi chez ce patient sans réaction anamnestique ou anaphylactique.
Een klinisch relevante remmer met een lage respons werd ontdekt bij 1 van de 65 BeneFIX-patiënten (waaronder 9 patiënten die alleen aan de chirurgische

Chez les patients traités par l'acide acétylsalicylique (modification des liaisons plasmatiques), phénylbutazone (modification des liaisons aux protéines plasmatiques), disulfiram (inhibition enzymatique), dérivés de la dicoumarine (biotransformation de la phénytoïne diminuée et son taux plasmatique augmenté), isoniazide, P.A.S (interférence du métabolisme hépatique), cyclosérine (interférence du métabolisme hépatique), éthosuximide (inhibition enzymatique), diazépam, acide valproïque (déplacement des liaisons protéiques), chloramphénicol (inhibition du métabolisme hépatique), cimétidine (inhibition du métabolisme hépatique), dextropropoxyphène (biotransformation de la phénytoïne diminuée et son taux plasmatique augmenté), antidépresseurs tricycliques (biotransformation de la phénytoïne diminuée et son taux plasmatique augmenté).
Bij de patiënten behandeld met acetylsalicylzuur (wijziging van de plasmabindingen), fenylbutazone (wijziging van de plasmaproteïnebinding), disulfiram (enzymatische inhibitie), dicoumarinederivaten (biotransformatie van de verminderde fenytoïne en van haar toegenomen plasmawaade), Isoniazide, P.A.S (interferentie van het hepatisch metabolisme), cycloserine (interferentie van het hepatisch metabolisme), ethosuxmide (enzymatische inhibitie), diazepam, valproïnezuur (veplaatsing van de eiwitbindingen), chloramphenicol (inhibitie van het hepatisch metabolisme), dextropropoxyfeen (biotransformatie van de verminderde fenytoïne en haar toegenomen plasmawaarde), tricyclische antidepressoren (biotransformatie van de verminderde fenytoïne en haar toegenomen plasmawaarde).

La méthode glucose-oxydase ou hexokinase est recommandée afin de déterminer les taux sanguins ou le glucose plasmatique chez des patients traités au céfuroxime.
Voor het bepalen van bloed- of plasmaglucosespiegels bij patiënten die cefuroxim krijgen, wordt de glucose-oxidase- of hexokinasemethode aanbevolen.