Vertaling van "↘ effet des antihypertenseurs à action centrale " (Frans → Nederlands) :

↘ effet des antihypertenseurs à action centrale
↘ effect van antihypertensiva met centrale werking

médicaments hypokaliémants: augmentation du risque de torsades de pointes + antihypertenseurs à action centrale (méthyldopa, clonidine, guanfacine, moxonidine):
hypokaliëmie veroorzaken: verhoogd risico van torsades de pointes + antihypertensiva met centrale werking (methyldopa, clonidine, guanfacine, moxonidine):

médicaments hypokaliémants: augmentation du risque de torsades de pointes + antihypertenseurs à action centrale (méthyldopa, clonidine, moxonidine, guanfacine): la
hypokaliëmie veroorzaken: verhoogd risico van torsades de pointes + antihypertensiva met centrale werking (methyldopa, clonidine, moxonidine, guanfacine):

Certaines classes de médicaments tels des opiacés, des médicaments avec des propriétés anticholinergiques, des antagonistes du calcium, des antihypertenseurs à action centrale, des diurétiques, des préparations à base de fer ou de calcium peuvent aussi déclencher ou aggraver une constipation.
Ook bepaalde klassen geneesmiddelen kunnen obstipatie uitlokken of verergeren, bv. opiaten, geneesmiddelen met anticholinerge eigenschappen, calciumantagonisten, antihypertensiva met centrale werking, diuretica, preparaten op basis van ijzer of calcium.

C02 antihypertenseurs à action centrale et vasodilatateurs
C02 centraal werkende antihypertensiva en vasodilatoren

médicaments hypokaliémants: augmentation du risque de torsades de pointes + antihypertenseurs à action centrale (méthyldopa, clonidine, moxonidine): l’amitriptyline
hypokaliëmie veroorzaken: verhoogd risico van torsades de pointes + antihypertensiva met centrale werking (methyldopa, clonidine, moxonidine): amitriptyline

Les classes de médicaments qui apparaissent dans le DU90% pour la première fois en 2001, sont médicaments contre la schizophrénie atypique (diazépines, oxazépines et thiazépines) et les antihypertenseurs à action centrale (agonistes des récepteurs de l’imidazoline).
Nieuwe geneesmiddelenklassen die in 2001 in de DU90% opgenomen zijn, zijn de atypische schizofreniemiddelen (diazepinen, oxazepinen en thiazepinen) en de centraal werkende antihypertensiva (imidazolinereceptoragonisten).

Moxonidine: la place des antihypertenseurs à effet central est très limitée (patients ne réagissant pas assez aux autres antihypertenseurs).
Moxonidine: de plaats van centraalwerkende antihypertensiva is erg beperkt (patiënten die onvoldoende reageren op de andere antihypertensiva).

60 G04CA ALPHABLOQUANTS 0,4% 5 0,1% 5 0,3% 64 61 C03DA ANTAGONISTES DE L'ALDOSTERONE 0,4% 4 0,0% 8 0,5% 44 62 S01ED BETA-BLOQUANTS 0,3% 4 0,0% 10 0,6% 38 63 C07FB BETA-BLOQUANTS SELECTIFS ET AUTRES ANTIHYPERTENSEURS 0,3% 4 0,1% 6 0,3% 61 64 L04AA IMMUNOSUPPRESSEURS SELECTIFS 0,3% 4 0,0% 0 0,0% 164 65 L02BA ANTI-ESTROGENES 0,3% 4 0,1% 5 0,3% 65 66 G03XC MODULATEURS SELECTIFS DES RECEPTEURS ESTROGENIQUES 0,3% 4 0,1% 3 0,2% 81 67 N06DA INHIBITEURS DE LA CHOLINESTERASE 0,3% 4 0,0% 1 0,1% 104 68 M04AA INHIBITEURS DE LA PRODUCTION D'ACIDE URIQUE 0,3% 4 0,1% 16 1,0% 28 69 G03CA ESTROGENES NATURELS ET SEMISYNTHETIQUES, MONOCOMPOSES 0,3% 4 0,1% 23 1,4% 18 70 J01DC CEPHALOSPORINES DE LA DEUXIEME GENERATION 0,3% 4 0,0% 2 0,1% 94 71 S01EE ANALOGUES DE LA PROSTAGLANDINE 0,3% 3 0,0% 4 0,3% 72 72 G03DA DERIVES DU PREGNENE(4) 0,3% 3 0,1% 11 0,6% 37 73 C02AC AGONISTES DES RECEPTEURS DE L'IMIDAZOLINE 0,3% 3 0,0% 6 0,4% 53 74 A10AB INSULINES ET ANALOGUES A ACTION RAPIDE 0,3% 3 0,0% 3 0,2% 83 75 N07XX AUTRES MEDICAMENTS DU SYSTEME NERVEUX CENTRAL 0,3% 3 0,2% 0 0,0% 158 76 N07CA PREPARATIONS ANTIVERTIGINEUSES 0,3% 3 0,0% 9 0,6% 39 77 N03AF DERIVES CARBOXAMIDES 0,3% 3 0,1% 5 0,3% 68 TOTAL 90,1% 1.068 - 1.471 87,2% -
60 G04CA ALFA-BLOKKERS 0,4% 5 0,1% 5 0,3% 64 61 C03DA ALDOSTERONANTAGONISTEN 0,4% 4 0,0% 8 0,5% 44 62 S01ED BETA-BLOKKERS 0,3% 4 0,0% 10 0,6% 38 63 C07FB SELECTIEVE BETA-BLOKKERS MET OVERIGE ANTIHYPERTENSIVA 0,3% 4 0,1% 6 0,3% 61 64 L04AA SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA 0,3% 4 0,0% 0 0,0% 164 65 L02BA ANTI-OESTROGENEN 0,3% 4 0,1% 5 0,3% 65 66 G03XC SELECTIEVE MODULATOREN VAN DE OESTROGEENRECEPTOREN 0,3% 4 0,1% 3 0,2% 81 67 N06DA CHOLINESTERASEREMMERS 0,3% 4 0,0% 1 0,1% 104 68 M04AA MIDDELEN MET REMMENDE WERKING OP DE URINEZUURPRODUKTIE 0,3% 4 0,1% 16 1,0% 28 69 G03CA NATUURLIJKE EN SEMISYNTHETISCHE OESTROGENEN, ENKELVOUDIG 0,3% 4 0,1% 23 1,4% 18 70 J01DC CEFALOSPORINES VAN DE TWEEDE GENERATIE 0,3% 4 0,0% 2 0,1% 94 71 S01EE PROSTAGLANDINEANALOGEN 0,3% 3 0,0% 4 0,3% 72 72 G03DA PREGN-4-EEN DERIVATEN 0,3% 3 0,1% 11 0,6% 37 73 C02AC IMIDAZOLINE-RECEPTORAGONISTEN 0,3% 3 0,0% 6 0,4% 53 74 A10AB SNELWERKENDE INSULINES EN ANALOGEN 0,3% 3 0,0% 3 0,2% 83 75 N07XX OVERIGE MIDDELEN VOOR HET CENTRAAL ZENUWSTELSEL 0,3% 3 0,2% 0 0,0% 158 76 N07CA ANTIVERTIGO PREPARATEN 0,3% 3 0,0% 9 0,6% 39 77 N03AF CARBOXAMIDEDERIVATEN 0,3% 3 0,1% 5 0,3% 68 TOTAAL 90,1% 1.068 - 1.471 87,2% -

dépresseur sur le système nerveux central + dompéridone, métoclopramide: la morphine contrecarre leur action gastro-intestinale + IMAO: potentialisation du risque de confusion, de dépression respiratoire + agonistes-antagonistes morphiniques (buprénorphine, pentazocine): diminution de l'effet
geneesmiddelen tegen + MAO-inhibitoren: versterken het risico van verwardheid en respiratoire depressie + morfine-agonisten/antagonisten (buprenorfine, pentazocine): afname van het analgetisch