22. demande aux États membres d'adopter des législations visant à empêcher l'infiltration des salles de presse par des agents de renseignements, dans la mesure où ces pratiques mettent gravement en péril la liberté d'expression, puisqu'elles permettent la surveillance des salles de presse, engendrent un climat de méfiance, entravent la collecte d'informations, menacent la confidentialité des sources et s'efforcent finalement de désinformer et de manipuler le public et de nuire à la crédibilité des médias;
22. dringt er bij de lidstaten op aan wetgeving aan te nemen om infiltratie van de journalistiek door medewerkers van inlichtingendiensten te voorkomen, aangezien dergelijke praktijken de vrijheid van meningsuiting ernstig in gevaar brengen, daar zij het mogelijk maken dat redactiekamers onder toezicht worden geplaatst, een klimaat van wantrouwen creëren, de verzameling van informatie belemmeren en de vertrouwelijkheid van bronnen bedreigen, en uiteindelijk ten doel hebben het publiek verkeerd te informeren en te manipuleren, terwijl zij tevens de geloofwaardigheid van de media beschadigen;