Dans le cadre du dispositif de garantie pour la jeunesse, les États membres veillent à ce que, dans les quatre mois suivant leur sortie de l'enseignement formel ou la perte de leur emploi, les jeunes obtiennent un emploi correspondant à leur formation, à leurs compétences et à leur expérience, ou suivent une formation et acquièrent les compétences et l'expérience requises pour trouver un emploi dans l'avenir.
In het kader van de jongerengarantie moeten de lidstaten ervoor zorgen dat jongeren binnen vier maanden nadat zij de school hebben verlaten of werkloos zijn geworden, hetzij een baan vinden die bij hun opleiding, vaardigheden en ervaring past, hetzij een opleiding volgen en vaardigheden en ervaring opdoen om later een baan te vinden.