Le juge d'instruction peut décerner un mandat d'arrêt en vue de comparution immédiate qui est signifié conformément à l'article 18, § 1, après avoir entendu la personne qui lui est présentée et, sauf refus de celle-ci d'être assistée, les observations de son avocat.
De onderzoeksrechter kan een bevel tot aanhouding met het oog op onmiddellijke verschijning uitvaardigen, dat overeenkomstig artikel 18, § 1, wordt betekend, na de persoon die voor hem is gebracht en, tenzij deze laatste weigert te worden bijgestaan, de opmerkingen van zijn advocaat te hebben gehoord.