Un contribuable qui fait l'objet d'un contrôle fiscal visant des opérations imposables dans le délai de prescription ordinaire ou prolongé, en étant notamment soumis à des obligations de conservation et de c
ollaboration, peut, compte tenu des circonstances
concrètes, voir affecté son droit au respect de la vie privée, garanti par l'article 22 de la Constitution, par l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme et par les articles 7 et 8 de la Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne (Comm. eur. D.H., 7 décembre 1982, Hardy-Spirlet c. Belgique; CE
...[+++]DH, 14 mars 2013, Bernh Larsen Holding c. Norvège, § 106).Een belastingplichtige die wordt geconfronteerd met een fiscaal onderzoek naar belastbare handelingen tijdens de gewone dan wel de verlengde verjaringstermijn, onder meer in de vorm van bewaar- en medewerkingsverplichtingen, kan, reke
ning houdend met de concrete omstandigheden, in zijn recht op eerbiediging van zijn privéleven, zoals gewaarborgd bij artikel 22 van de Grondwet, artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, worden geraakt (ECRM, 7 december 1982, Hardy-Spirlet t. België; EHRM, 14 maart 2013, Bernh Larsen Holding t. Noorwegen,
...[+++] § 106).