Traduction de «d'affaiblir les compétences » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

compétence juridictionnelle [ compétence des tribunaux | compétence exclusive | compétence judiciaire ]
jurisdictiebevoegdheid [ exclusieve bevoegdheid | rechterlijke bevoegdheid | tribunale bevoegdheid ]

affaiblir | atténuer
verzwakken

affaiblir un incendie
indammen

transfert de compétence
bevoegdheidsoverdracht

compétence institutionnelle
institutionele bevoegdheid

chargé de bilan de compétence | conseiller en insertion professionnelle/conseillère en insertion professionnelle | chargé de bilan de compétence/chargée de bilan de compétence | conseiller en recherche d'emploi/conseillère en recherche d'emploi
arbeidsconsulent | consulent arbeidsbemiddeling | adviseur beroepsoriëntatie | outplacementconsulent

compétence | compétence d'attribution | compétence judiciaire | juridiction | juridiction compétente | ressort | territoire
jurisdictie | rechtsgebied | rechtspraak

appliquer des compétences en chiropraxie clinique dans le sport | appliquer des compétences en chiropractie clinique dans le sport | appliquer des compétences en chiropratique clinique dans le sport
klinische chiropractische competenties toepassen in de sport | klinische chiropractische vaardigheden toepassen in de sport

Compétences sociales inadéquates
inadequate sociale vaardigheden

appliquer ses compétences en arithmétique | appliquer ses compétences en calcul
rekenvaardigheden gebruiken | rekenvaardigheden toepassen

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Le choix s'effectuera à la fois en fonction des compétences particulières que peuvent apporter les participants des pays tiers associés, sans toutefois affaiblir le caractère de politique industrielle du programme pour l'industrie européenne.
Deze keuze zal eveneens worden gemaakt op basis van de bijzondere deskundigheden die de deelnemers uit de geassocieerde derde landen kunnen inbrengen, zonder evenwel de kern van het industriële beleid van het programma voor de Europese industrie aan te tasten.

61. considérant que les institutions de l'ONU doivent être réformées d'urgence afin de mieux servir les pays et les personnes les plus défavorisés; qu'au lieu d'affaiblir les compétences de la FAO, du Programme des Nations unies pour l'environnement (PNUE) et de la Conférence sur le commerce et le développement (CNUCED), le système onusien doit renforcer les compétences de ces organisations face à l'OMC; que c'est là la seule manière de bien intégrer des préoccupations non commerciales; que, par ailleurs, les parlements et les organisations de la société civile doivent être associés de manière active à la préparation des négociations;
61. overwegende dat de instellingen van de VN dringend hervormd moeten worden om de meest achtergestelde landen en personen beter te helpen; dat het VN-systeem in plaats van de bevoegdheden van de Wereldvoedselorganisatie, het milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) en de conferentie van de Verenigde Naties voor handel en ontwikkeling (UNCTAD) af te zwakken, de bevoegdheden van die organisaties ten opzichte van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) moet versterken; dat dit de enige manier is om de niet-commerciële overwegingen die door de WTO volledig terzijde zijn geschoven werkelijk te integreren; dat de parlementen en de organisaties van het maatschappelijk middenveld trouwens actief betrokken moeten worden bij de voorbereiding van de onderhandelingen;

61. Considérant que les institutions de l'ONU doivent être réformées d'urgence afin de mieux servir les pays et les personnes les plus défavorisés; qu'au lieu d'affaiblir les compétences de la FAO, du Programme des Nations unies pour l'environnement (PNUE) et de la Conférence sur le commerce et le développement (CNUCED), le système onusien doit renforcer les compétences de ces organisations face à l'OMC; que c'est là la seule manière de bien intégrer des préoccupations non commerciales qui ont été complètement écartées par l'OMC; que, par ailleurs, les parlements et les organisations de la société civile doivent être associés de manière active à la préparation des négociations;
61. Overwegende dat de instellingen van de VN dringend hervormd moeten worden om de meest achtergestelde landen en personen beter te helpen; dat het VN-systeem in plaats van de bevoegdheden van de Wereldvoedselorganisatie, het milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) en de conferentie van de Verenigde Naties voor handel en ontwikkeling (UNCTAD) af te zwakken, de bevoegdheden van die organisaties ten opzichte van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) moet versterken; dat dit de enige manier is om de niet-commerciële overwegingen die door de WTO volledig terzijde zijn geschoven werkelijk te integreren; dat de parlementen en de organisaties van het maatschappelijk middenveld trouwens actief betrokken moeten worden bij de voorbereiding van de onderhandelingen;

N) considérant les manoeuvres politiques et diplomatiques des États-Unis visant à promouvoir la signature d'accords bilatéraux qui visent à affaiblir la compétence de la Cour pénale internationale en instaurant un traitement de faveur pour certains ressortissants américains ou pour certaines catégories de personnes ayant travaillé pour le compte des États-Unis;
N) Gelet op de politieke en diplomatieke manoeuvres van de Verenigde Staten ter bevordering van de ondertekening van bilaterale akkoorden die ertoe strekken de rechtsmacht van het Internationaal Strafhof te verzwakken door een voorkeursbehandeling in te stellen voor bepaalde Amerikaanse onderdanen of voor bepaalde categorieën van personen die voor de Verenigde Staten hebben gewerkt;

3) de plaider auprès des États membres de l'Union européenne, de l'OTAN et des pays candidats à l'une ou à ces deux organisations pour qu'ils ne signent pas d'accords bilatéraux visant à affaiblir la compétence de la Cour pénale internationale;
3) de lidstaten van de Europese Unie, de NAVO en de kandidaat-leden van een van die organisaties of van beide met aandrang te verzoeken dat ze geen bilaterale akkoorden ondertekenen die ertoe strekken de rechtsmacht van het Internationaal Strafhof te verzwakken;

18. estime que les liens entre protection civile et politique de l'environnement devraient être renforcés pour profiter pleinement des mesures de prévention prévues dans la législation environnementale et assurer une approche coordonnée au niveau de l'UE de la prévention des catastrophes et de la lutte contre celles-ci; souligne toutefois qu'il n'est nullement envisagé de remplacer ou d'affaiblir les compétences nationales en matière de protection civile et de prévention des catastrophes à travers des lignes directrices de l'UE;
18. is van mening dat de bestaande verbanden tussen bescherming van de burgerbevolking en milieubeleid moeten worden versterkt, opdat de preventieve maatregelen die in de milieuwetgeving zijn opgenomen, ten volle kunnen worden benut en er een gecoördineerde aanpak van de EU tot stand komt om rampen te voorkomen en de gevolgen ervan te lenigen; wijst er echter met nadruk op dat er geen plannen bestaan om de huidige nationale bevoegdheden op het gebied van bescherming van de burgerbevolking en voorkoming van rampen via richtsnoeren van de EU te vervangen of te beperken;

25. estime que les liens existant entre protection civile et politiques de l'environnement doivent être renforcés pour qu'il soit possible de tirer pleinement parti des mesures de prévention incluses dans la législation environnementale et d'assurer une approche communautaire coordonnée de la prévention et de l'atténuation des catastrophes; souligne toutefois qu'il n'est nullement envisagé de remplacer ou d'affaiblir les compétences nationales en matière de protection civile et de prévention des catastrophes à travers des lignes directrices de l'UE;
25. is van mening dat de bestaande verbanden tussen bescherming van de burgerbevolking en milieubeleid moeten worden versterkt, opdat de preventieve maatregelen die in de milieuwetgeving zijn opgenomen, ten volle kunnen worden benut en er een gecoördineerde aanpak van de EU tot stand komt om rampen te voorkomen en de gevolgen ervan te lenigen; wijst er echter met nadruk op dat er geen plannen bestaan om de huidige nationale bevoegdheden op het gebied van bescherming van de burgerbevolking en voorkoming van rampen via richtsnoeren van de EU te vervangen of te beperken;

30. estime que les liens existant entre protection civile et politiques de l'environnement doivent être renforcés pour qu'il soit possible de tirer pleinement parti des mesures de prévention incluses dans la législation environnementale et d'assurer une approche communautaire coordonnée de la prévention et de l'atténuation des catastrophes; souligne toutefois qu'il n'est nullement envisagé de remplacer ou d'affaiblir les compétences nationales en matière de protection civile et de prévention des catastrophes à travers des lignes directrices de l'Union;
30. is van mening dat de bestaande verbanden tussen bescherming van de burgerbevolking en milieubeleid moeten worden versterkt, opdat de preventieve maatregelen die in de milieuwetgeving zijn opgenomen, ten volle kunnen worden benut en er een gecoördineerde aanpak van de EU tot stand komt om rampen te voorkomen en de gevolgen ervan te lenigen; wijst er echter met nadruk op dat er geen plannen bestaan om de huidige nationale bevoegdheden op het gebied van bescherming van de burgerbevolking en voorkoming van rampen via richtsnoeren van de EU te vervangen of te beperken;

15. recommande la formation d'un groupe de parlementaires provenant des commissions concernées pour entamer la coopération avec la Commission proposée à l'action 16; souligne que les actions dans le domaine de l'éthique proposées par la Commission ne devraient pas affaiblir les droits de codécision du Parlement européen dans les domaines visés; insiste sur le fait que les orientations éthiques proposées ne devraient pas affaiblir la compétence des États membres; propose dès lors que seules des normes éthiques minimales devant être appliquées par l'ensemble des États membres soient adoptées et que les États membres aient la possibilité d'aller plus loin dans leur cadre juridique national;
15. beveelt aan een groep leden van de relevante commissies in te stellen om een begin te maken met de samenwerking met de Commissie als voorgesteld in actie 16; benadrukt dat de door de Commissie op het gebied van ethiek voorgestelde maatregelen de medebeslissingsrechten van het Europees Parlement op de desbetreffende gebieden niet mogen ondergraven; benadrukt dat de voorgestelde ethische richtsnoeren de bevoegdheid van de lidstaten niet mogen ondergraven; stelt daarom voor dat slechts minimumnormen die door alle lidstaten moeten worden toegepast, worden vastgesteld en dat het de lidstaten vrij moet staan op grond van de nationale wetgeving verder te gaan;