L'auteur de la proposition ne peut que répéter les arguments avancés par le groupe de travail mixte en vue d'instituer un collège d'arbitrage composé de trois membres de la Cour d'arbitrage (voir rapport de MM. Mouton et Landuyt, Doc. Sénat, S.E. 1991-1992, nº 429-1 et Doc. Chambre, S.E. 1991-1992, nº 561-1, pp. 24 à 28).
De indiener van het wetsvoorstel kan enkel de argumenten herhalen die de gemengde werkgroep heeft aangevoerd om een arbitragecollege in te stellen, samengesteld uit drie leden van het Arbitragehof (cf. verslag van de heren Mouton en Landuyt, Gedr. St., Senaat, B.Z. 1991-1992, nr. 429-1 en Kamer, B.Z. 1991-1992, nr. 561-1, blz. 24-28).