Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «disposition à celui qui revendique la filiation peut commencer » (Français → Néerlandais) :

- L'article 330, § 1, alinéa 4, du Code civil viole les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que le délai de forclusion imparti par cette disposition à celui qui revendique la filiation peut commencer à courir avant qu'il ait pu savoir que la reconnaissance contestée a eu lieu.

- Artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de daarin bepaalde vervaltermijn voor de persoon die de afstamming opeist, kan aanvangen vooraleer hij kennis heeft kunnen nemen van het feit dat de betwiste erkenning heeft plaatsgevonden.


L'article 25, § 1 , de la loi du 1 juillet 2006 modifiant les dispositions du Code civil relatives à l'établissement de la filiation et aux effets de celle-ci viole les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que le délai de forclusion imparti par cette disposition à la personne qui revendique la filiation peut commencer à courir avant que cette personne ait pu prendre connaissance du f ...[+++]

Artikel 25, § 1, van de wet van 1 juli 2006 tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de daarin vermelde vervaltermijn voor de persoon die de afstamming opeist, kan aanvangen vooraleer hij kennis heeft kunnen nemen van het feit dat de betwiste erkenning heeft plaatsgevonden.


Si le délai dont dispose celui qui revendique la filiation pour contester la reconnaissance devait débuter au moment de l'établissement de l'acte de reconnaissance, quel que soit le moment celui qui revendique la filiation a pris connaissance de la reconnaissance, cette personne ...[+++]

Indien de termijn waarover de persoon die de afstamming opeist, beschikt om een erkenning te betwisten, zou aanvangen op het moment van de opmaak van de erkenningsakte, ongeacht het tijdstip waarop de persoon die de afstamming opeist, kennis heeft genomen van de erkenning, kan hij in voorkomend geval worden geconfronteerd met een termijn waaraan hij onmogelijk kan voldoen.


Bien que la disposition transitoire actuellement en cause déroge à l'article 330, § 1 , alinéa 4, du Code civil, les deux dispositions ont pour effet que le délai de forclusion qu'elles prévoient pour la personne qui revendique la filiation peut commencer avant qu'elle ait pu prendre connaissance du fait que la reconnaissance contestée a eu lieu.

Hoewel de thans in het geding zijnde overgangsbepaling een afwijking invoert van artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek, hebben beide bepalingen tot gevolg dat de daarin bepaalde vervaltermijn voor de persoon die de afstamming opeist, kan aanvangen vooraleer hij kennis heeft kunnen nemen van het feit dat de betwiste erkenning heeft plaatsgevonden.


Dès lors qu'elle permet que le délai imparti à celui qui revendique la filiation commence à courir avant qu'il ait pu savoir qu'une reconnaissance a eu lieu, la disposition en cause n'est pas compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution.

Omdat de in het geding zijnde bepaling toelaat dat de termijn opgelegd aan de persoon die de afstamming opeist, aanvangt vooraleer hij kennis heeft kunnen nemen van het feit dat een erkenning heeft plaatsgevonden, is zij niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le président J. Spreutels, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par jugement du 6 mai 2015 en cause de K.F. contre P.P. et D.H., dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 18 mai 2015, le Tribunal de première instance de Namur, division Namur, a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 318 du Code civil, en ce qu'il prescrit que l'action de celui qui revendique la paternité de l'enfant doit être intentée dans l'année de ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 6 mei 2015 in zake K.F. tegen P.P. en D.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de man die het vaderschap van het kind opeist, moet worden ingest ...[+++]


Les enfants mineurs et les enfants majeurs dont la filiation paternelle a été établie après la filiation maternelle sont, en ce qui concerne l'expression de la volonté de porter le nom de leur père, dans des situations différentes, puisque, selon la disposition en cause, la substitution du nom du père à celui de la mère ne peut avoir lieu que lorsque l'enfant est mineur, à la demande des pa ...[+++]

De minderjarige kinderen en de meerderjarige kinderen wier afstamming van vaderszijde is komen vast te staan na de afstamming van moederszijde bevinden zich, ten aanzien van de uiting van de wil om de naam van hun vader te dragen, in verschillende situaties, aangezien volgens de in het geding zijnde bepaling de vervanging van de naam van de moeder door de naam van de vader alleen kan plaatsvinden voor het minderjarige kind op vraag van de ouders.


Art. 37. Cette disposition vise à préciser qu'il peut également être opportun, en fonction de la spécificité du marché en question, de faire s'écouler pour le commencement des phases suivant la première phase, comme c'est le cas pour le commencement de la première phase, un délai minimum de quinze jours entre l'envoi ...[+++]

Art. 37. Deze bepaling is erop gericht te verduidelijken dat, ook voor de aanvang van de fases die volgen op de eerste fase, het aangewezen kan zijn, in functie van de eigenheid van de opdracht in kwestie, om eveneens en net zoals dit het geval is voor de aanvang van de eerste fase, minstens vijftien dagen te laten verlopen tussen de brief waarin de aanvang van de werken wordt vastgesteld en de datum van deze aanvang.


À moins que l'enfant n'ait la possession d'état à l'égard de celui ou celle qui l'a reconnu, la reconnaissance peut être contestée par la mère, l'enfant, l'homme à l'égard duquel la filiation est établie et par la personne qui revendique la paternité ou la maternité de l'enfant.

Tenzij het kind bezit van staat heeft ten aanzien van degene die het heeft erkend, kan de erkenning worden betwist door de moeder, het kind, de man ten aanzien van wie de afstamming vaststaat en de persoon die het vaderschap of het moederschap van het kind opeist.


Si, en dépit des mesures prises par l’État membre d’accueil, l’intermédiaire de crédit persiste à enfreindre les dispositions visées au premier alinéa qui sont en vigueur dans cet État, celui-ci peut, après en avoir informé les autorités compétentes de l’État membre d’origine, prendre les mesures appropriées pour prévenir ou sanctionner de nouvelles irrégularités et, au besoin, empêcher cet intermédiaire de crédit de commencer à effectu ...[+++]

Indien de kredietbemiddelaar, in weerwil van de door de lidstaat van ontvangst ondernomen actie, de in de eerste alinea bedoelde, in de lidstaat van ontvangst geldende wettelijke of bestuursrechtelijke maatregelen, blijft overtreden, kan de lidstaat van ontvangst, na de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst daarvan in kennis te hebben gesteld, passende acties ondernemen om verdere onregelmatigheden te voorkomen of te bestraffen; zo nodig kan hij de kredietbemiddelaar beletten op zijn grondgebied nieuwe transacties te verrichten.


w