7. fait cependant remarquer que, s’agissant du FEOGA, le montant du préjudice est, sur une période prolongée, en net recul, alors qu’une augmentation sensible apparaît dans le domaine des Fonds structurels; fait ainsi observer que le montant du préjudice notifié dans le domaine du FEOGA s’élevait encore
à 474,6 millions d’euros en 2000 par exemple, tandis qu’il ne s’établissait qu’à 114,2 millions d’euros pour les Fonds structurels au titre de la même année; note que, au fil des ans, les statistiques en matière de fraude montrent qu
...[+++]e l’importance relative de ces deux domaines s’est presque inversée;
7. wijst er overigens op dat, bekeken over een langere periode, de waarde van het schadevolume bij het EOGFL sterk daalt, terwijl de waarde van de schade bij de Structuurfondsen juist oploopt; zo beliep bijvoorbeeld het gemelde schadevolume bij het EOGFL in 2000 nog EUR 474,6 miljoen, terwijl het bij de Structuurfondsen in 2000 slechts EUR 114,2 miljoen bedroeg; inmiddels is de relatieve betekenis van beide tereinen in de fraudestatistieken bijna omgekeerd;