3° l'envoi au consommateur, par tout moyen de communication, d'une offre de crédit, d'un moyen de crédit ou d'un instrument de paiement sauf si le prêteur ou l'interméd
iaire de crédit l'a fait parvenir à la demand
e expresse et préalable du consommateur à moins que cet envoi n'ait été fait pour répondre aux obligations du prêteur en vertu des dispositions prévues au chapitre 2 du titre 3 de livre VI. La preuve de cette demande ne peut être faite que par un support durable, distinct de l'offre de crédit ou du contr
...[+++]at de crédit et antérieur à l'envoi de l'instrument de paiement, du moyen de crédit ou de l'offre; 3° het versturen naar de consument, aan de hand van om het even welk communicatiemiddel, van een kredietaanbod, een kredietmiddel of een betaalinstrument, behalve indien de kred
ietgever dit heeft overgemaakt op uitdrukkelijk en voorafgaandelijk verzoek van de consument tenzij dit versturen gebeurde om te voldoen aan zijn verplichtingen krachtens de bepalingen opgenomen in hoofdstuk 2 van titel 3 van boek VI. Het bewijs van dit verzoek kan alleen geleverd worden door een van het kredietaanbod of de kredietovereenkomst onderscheiden duurzame drager, opgesteld voor het versturen van het betaalinstrument, het kredietmiddel of het kredietaan
...[+++]bod;