Art. 3. Des jetons de présence peuvent être attribués à tous les membres du Conseil, hormis les membres du Ministère de la Communauté française, les membres du personnel d'un organisme d'intérêt public dépendant de la Communauté française, les membres de cabinets ministériels et les membres du personnel attaché à un groupe politique du Parlement de la Communauté française.
Art. 3. Er kan presentiegeld toegekend worden aan alle leden van de Raad, buiten de leden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, de personeelsleden van een inrichting voor openbaar nut die van de Franse Gemeenschap afhangt, de leden van de ministeriële kabinetten en de personeelsleden verbonden aan een politieke groep van het Parlement van de Franse Gemeenschap.