En ce qui concerne la matière qui ressortit de ma compétence, notamment la détermination des catégories du revenu d'intégration, je peux communiquer au membre ce qui suit : Conformément à l'article 14, § 1, 1º, de loi du 26 juin 2002 concernant le droit à l'intégration sociale il faut entendre par « cohabitation » le fait que les personnes vivent sous le même toit et règlent principalement en commun leurs questions ménagères.
Wat tot de mijn bevoegdheid aanbelangende aangelegenheid betreft met name, de bepaling van de categorieën van het leefloon, kan ik het geachte lid het volgende mee delen : Overeenkomstig artikel 14, § 1, 1º, van de wet van 26 juni 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie wordt onder « samenwoning » verstaan het onder hetzelfde dak wonen van personen die hun huishoudelijke aangelegenheden hoofdzakelijk gemeenschappelijk regelen.