La permanence des activités désormais visées ainsi que l'obligation, pour l'A.L.E., de faire travailler le travailleur aboutit à ce que « lesdits travailleurs pourraient ne plus être disponibles pour les programmes de remise au travail qui seraient créés par les régions », d'autant plus, relève la partie requérante, que la loi ne prévoit pas de suspension du contrat de travail en cas de remise au travail par les régions.
Het permanente karakter van de voortaan beoogde activiteiten alsmede de verplichting voor het P.W.A. om de werknemer te werk te stellen leidt ertoe dat « de genoemde P.W.A'. ers niet meer beschikbaar zouden kunnen zijn voor de programma's van wedertewerkstelling die door het gewest zouden worden opgezet », temeer daar, zo merkt de verzoekende partij op, de wet niet voorziet in een schorsing van de P.W.A.-arbeidsovereenkomst in geval van wedertewerkstelling door de gewesten.