36. estime qu'il y a lieu d'établir, dans le cadre des institutions existantes de la Communauté ou des États membres, un réseau européen coordonné du bien-être animal, dont l'action doit reposer sur la législation générale sur le bien-être animal, telle que proposée ci-dessus; estime que ce réseau doit désigner une institution faisant office d'organisme de coordinati
on et chargée, à ce titre, de mener à bien les missions assignées à l"'insti
tut de coordination central" visé dans la communication précitée de la Commission du 28 octobr
...[+++]e 2009; considère par ailleurs que les missions de cet organisme de coordination ne doivent nullement faire double emploi avec les tâches dévolues à la Commission ou à d'autres agences mais que cet organisme doit constituer un instrument d'appui qui apporte une aide à la Commission, aux États membres, aux acteurs de la chaîne alimentaire et aux citoyens aussi bien en matière de formation et d'éducation, de meilleures pratiques que d'information et de communication à destination des consommateurs, et qui permet d'évaluer les futures propositions législatives et politiques ainsi que leurs incidences sur le bien-être animal, d'émettre un avis sur le sujet, d'apprécier les normes de bien-être animal en se fondant sur les toutes dernières connaissances disponibles et de coordonner un réseau européen d'expérimentation des nouvelles technologies; 36. is van mening dat uiterlijk in 2012 een Eu
ropees centrum voor dierenwelzijn moet worden opgezet onder de bestaande instellingen van de Gemeenschap of de lidstaten, waarvan de werkzaamheden gebaseerd moeten zijn op de hierboven voorgestelde algemene wetgeving inzake dierenwelzijn; is van mening dat een dergelijk netwerk één instelling moet aanwijzen als coördinerende instantie die de taken moet uitvoeren die zijn t
oevertrouwd aan het "centrale coördinatie-instituut" als bedoeld in de boven
...[+++]genoemde mededeling van de Commissie van 28 oktober 2009; is tevens van mening dat een dergelijke coördinerende instantie de taken van de Commissie of andere agentschappen geenszins hoeft over te doen, maar moet fungeren als ondersteunend instrument dat de Commissie, de lidstaten, de partijen in de voedselketen en de burgers terzijde moet staan op gebied van scholing en onderwijs, beste praktijken, informatie en consumentenvoorlichting, dat toekomstige wets- en beleidsvoorstellen, met het effect daarvan op het welzijn van dieren, moet beoordelen en van commentaar voorzien, normen voor dierenwelzijn moet beoordelen aan de hand van de nieuwste inzichten, en een EU-systeem voor het testen van nieuwe technieken moet coördineren;