41. est convaincu que l'accès des investisseurs de détail aux fonds alternatifs ne devrait pas, dans l'absolu, être
interdit; souligne toutefois que la réglementation souvent souple des fonds alternatifs et de leurs activités impose un encadrement strict de cet accès; fait observer qu'il est indispensable de subordonner l'éligibilité des investisseurs à des critè
res dénués de toute ambiguïté et de réglementer le risque de contrepartie; souligne, dans le même temps, que les entités visées par la directive MIF doivent faire l'objet d
...[+++]e tests destinés à évaluer l'adéquation et le caractère approprié des produits distribués, afin de prévenir les ventes abusives;
41. is ervan overtuigd dat de toegang van eindbeleggers tot hedgefondsen op zich niet verboden hoeft te worden; wijst er evenwel op dat, gezien de vaak lichte regelgeving inzake hedgefondsen en hun activiteiten, de toegang voor eindbeleggers aan strikte voorwaarden gebonden moet zijn; benadrukt dat heldere criteria voor de toelaatbaarheid van beleggers en toezicht op de risico's van tegenpartijen van cruciaal belang zijn; onderstreept tegelijkertijd dat onder de MiFID-richtlijn vallende entiteiten onderworpen zijn aan toetsing op geschiktheid en gepastheid ten aanzien van de distributie, zulks om misleidende verkoop tegen te gaan;