20. se félicite que les États membres doivent fixer leurs règles de répartition des coûts; laisse aux États membres le soin d'évaluer s'ils convient ou non de garantir que l'asymétrie des ressources entre le requérant et le défendeur dans des procédures juridiques ne dissuade pas d'engager des actions fondées en dommages et intérêts et relève que l'accès à la justice doit également être équilibré par des mesures fortes pour empêcher tout abus prenant la forme, par exemple, d'actions non fondées, vexatoires ou relevant du chantage;
20. verwelkomt dat de lidstaten moeten beslissen over hun regels betreffende kostentoewijzing; laat het aan de lidstaten over om te beoordelen of al dan niet gewaarborgd is dat asymmetrie tussen de middelen van de eiser en de gedaagde voor rechtszaken niemand afhoudt van gegronde schadevergoedingsacties en merkt op dat tegenover de toegang tot het rechtssysteem ook strikte maatregelen moeten staan ter voorkoming van misbruik in de vorm van, bijvoorbeeld, roekeloze, vexatoire of 'chanterende' schadevergoedingsacties;