Cela est confirmé par un arrêt plus ancien, du 4 mars 1987: « L'infraction de corruption de fonctionnaires publics, prévue à l'article 246 du Code pénal, est consommée dès l'acceptation d'offres ou de promesses, la réception de dons ou présents, sans qu'il y ait lieu d'examiner si ceux-ci ont ou non été suivis d'effet» (7) On met ici en évidence l'aspect « réception », mais pour que quelqu'un reçoive des dons ou des présents (ancienne notion qui, dans la loi de 1999, a été remplacée par celle d'« avantage de toute nature »), il faut évidemment que ceux-ci aient été donnés ou attribués.
Een ouder arrest van 4 maart 1987 bevestigt dat : « Het in art. 246 Strafwetboek omschreven misdrijf van omkoping van openbare ambtenaren is voltrokken zodra een aanbod of beloften zijn aangenomen of giften of geschenken zijn ontvangen, ongeacht of die al dan niet gevolgen hebben gehad» (7) . Men focust hierbij wel op de ontvangstzijde, maar om giften of geschenken (oude notie die in de wet van 1999 vervangen werd door het begrip « voordeel van welke aard dan ook ») te ontvangen moeten die uiteraard ook gegeven of toegekend worden.