Dans son avis 45.550/2 du 22 décembre 2008, le Conseil d'État affirme que sous l'angle du secret professionnel des avocats, l'avant-projet, en soi, n'appelle pas de critiques, et que les dispositions de l'avant-projet qui ont trait au problème du secret professionnel des avocats se conforment à la jurisprudence de la Cour constitutionnelle, telle qu'elle ressort de son arrêt nº 10/2008 du 23 janvier 2008.
In het advies nr. 45.550/2 van 22 december 2008 stelde de Raad van State dat vanuit het oogpunt van het beroepsgeheim van de advocaten het voorontwerp op zich geen aanleiding gaf tot kritiek en dat de bepalingen van het voorontwerp die betrekking hebben op het probleem van het beroepsgeheim van de advocaten voldoen aan de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof, als bedoeld in het arrest nr. 10/2008 van 23 januari 2008.