E
nfin, je souhaite attirer l'attention de l'honorable membre sur le fait que la taxe ayant grevé l'achat d'oeuvres d'art originales, acquises par un assujetti sans intention des les revendre mais à titre de placement, et dont la valeur ne diminue pas à l'usage, ne peut être déduite parce que ces oeuvres d'art ne peuvent être considérées ni comme des biens d'investissement visés à l'article 6 de l'arrêté royal no 3 précité ni plus généralement comme des biens destinés à être utilisés pour l'exécution d'opérations visées à l'article 45, § 1er, du Code de la TVA (voir question no 88 du 1
2 décembre 1984, du ...[+++]sénateur de Clippele; Questions et Réponses, Sénat, 1984-1985, no 16, pp. 667-668).Tenslotte wens ik het geachte lid erop te wijzen dat de BTW geheven van de aankoop van originele kunstwerken die door een belastingplichtige worden verkregen zonder de bedoeling deze door te verkopen maar als belegging en waarvan de waarde niet door het gebruik vermindert niet voor aftrek in aanmerking komt omdat deze noch als bedrijfsmidd
elen als bedoeld in artikel 6 van bovengenoemd koninklijk besluit nr. 3, noch, meer algemeen, als goederen die bestemd zijn om te worden gebruikt voor het verrichten van handelingen bedoeld in artikel 45, § 1, van het BTW-Wetboek kunnen worden aangemerkt (zie vraag nr. 88 van 12
december ...[+++]1984, van senator de Clippele; Vragen en Antwoorden, Senaat, 1984-1985, nr. 16, blz. 667-668).