36. meent dat effectbeoordelingen nooit in de plaats mogen komen van politieke besluiten of vertraging mogen veroorzaken in het wetgevingsproces, en niet alleen gericht moeten zijn op concurrentievermogen in termen van kosten en prijs en potentiële market-losers, maar dat ook moet worden gekeken naar de baten voor de samenleving, innovatie, potentiële market-winners en grondrechten;
36. vertritt die Ansicht, dass Folgenabschätzungen niemals an die Stelle politischer Entscheidungen treten oder Verzögerungen im Legislativverfahren verursachen dürfen und nicht nur auf den Kosten- und Preiswettbewerb und potenzielle Marktverlierer abstellen sollten, sondern auch auf den gesellschaftlichen Nutzen, Innovationen, potenzielle Marktgewinner und Grundrechte;