Zoals in overweging 14 van de groepsvrijstellingsverordening is vermeld, kan de mededingingsautoriteit van een lidstaat de groepsvrijstelling intrekken met betrekking tot verticale overeenkomsten waarvan de concurrentiebeperkende gevolgen zich doen gevoelen op het grondgebied van die lidstaat of een gedeelte ervan, dat alle kenmerken van een afzonderlijke geografische markt vertoont.
Wie in Erwägungsgrund 14 der GVO dargelegt, kann der Rechtsvorteil der GVO in Fällen, in denen vertikale Vereinbarungen wettbewerbswidrige Auswirkungen im Gebiet eines Mitgliedstaats oder in einem Teilgebiet dieses Mitgliedstaats, das alle Merkmale eines gesonderten räumlichen Marktes aufweist, von der Wettbewerbsbehörde des betreffenden Mitgliedstaats entzogen werden.