Uit de uiteenzetting van het eerste middel blijkt dat het Hof daarin in de eerste plaats wordt verzocht
zich uit te spreken over de verenigbaarheid van artikel 2, eerste lid, - in zoverre het verwijst naar artikel 62, § 1, 7°, van het decreet van 25 februari 1997 -, alsook van artikel 2, tweede lid, 2°, van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 23 oktober 2009 met artikel 5 van de wet van 21 juli 1971 « betreffende de bevoegdheid en de werking van de Cultuurraden voor de Nederlandse cultuurgemeenschap en voor de Franse cultuurgemeenscha
p », in zoverre het voorstel voor e
...[+++]en decreet dat aan de oorsprong ligt van het decreet van 23 oktober 2009 niet zou zijn voorgelegd aan de verenigde commissies voor samenwerking opgericht bij artikel 4, § 2, van de wet van 21 juli 1971 en niet de instemming van het Parlement van de Franse Gemeenschap zou hebben gekregen.