34. wijst erop dat elke burger van de Unie die erkend wordt als ouder van een echtelijk of buitenechtelijk kind, bij scheiding geïnformeerd moet worden omtrent zijn/haar verhaalmogelijkheden, om bezoekrechten te krijgen, behalve in gevallen waarin, in onderlinge overeenstemming tussen het thuisland van de ouders en dat van het kind, is aangetoond dat zulks het kind in reëel gevaar zou brengen;
34. Points out that any Union citizen recognised as the parent of a child born in or out of wedlock must be informed, in the event of separation, about his or her scope for redress in order to obtain visiting rights, except in cases where, by common agreement between the parents' and child's home countries, it has been established that this would place the child at genuine risk;