Dit geldt bijvoorbeeld voor openbare overeenkomsten of concessieovereenkomsten voor werken die zich onder de limiet bevinden, voor concessieovereenkomsten voor diensten ( d.w.z. overeenkomsten waarbij bepaald wordt dat de dienstverlener tenminste ten dele het recht gegund wordt om de dienst te exploiteren) of voor eenzijdige handelingen waarbij het recht om een dienst van algemeen economisch belang te verrichten toegekend wordt.
This is the case for instance of public contracts or work concessions falling below the thresholds, of service concessions (i.e. contracts stipulating that the consideration for the service provider consists, at least in part, in the right to exploit the service) or of unilateral acts assigning the right to provide a service of general economic interest.