De EP-leden stellen vragen over de onafhankelij
kheid van de dienst Fiscale rulings (onderdeel van de belastingdienst), de aard van de fiscale rulings (bindend), de aard van de toetsing van economische substantie, de praktijk van het niet belasten van interesten en royalty's in Nederland, het functioneren van het "horizontale toezicht" en innovatieboxen, de verenigbaarheid van de fiscale rulings met de staatssteunregels van de EU, de transparantie van de fiscale rulings, de (niet-)beoordeling van de kosten van een fiscale ruling voor andere lidstaten, en het leidende beginsel voor Nederlandse belastingambtenaren (het bedrijfsleven steunen
...[+++]? het economische beleid ondersteunen? zoveel mogelijk inkomsten voor de staat? de wet toepassen?).
Members raised questions with regard to the independence of the tax ruling service (part of the tax administration), the character of the tax rulings (binding), the nature of the economic substance test, the practice of non-taxation of IR in the NL, the functioning of ‘horizontal monitoring’ and of innovation boxes, the compliance of TR with EU state aid rules, transparency of TR, the (non-) assessment of the costs of a TR to other MS, and the guiding principle for Dutch tax officials (support business? support economic policy? maximize state revenue? apply the law?).