zij op grond van ten minste een van de in bijlage VI bedoelde steunregelingen een betaling hebben ontvangen in de in artikel 38 vastgestelde referentieperiode, dan wel, in het geval van olijfolie, in de in artikel 37, lid 1, tweede alinea, bedoelde verkoopseizoenen, of, in het geval van suikerbieten, suikerriet en cichorei, zij marktsteun hebben gekregen in de in bijlage VII, punt K, bedoelde representatieve periode, of, in het geval van bananen, zij een compensatie voor het verlies aan opbrengsten hebben gekregen in de in bijlage VII, punt L, bedoelde representatieve periode, dan we
l, in het geval van groente en fruit, bewaaraardappelen
...[+++] en kwekerijproducten indien de betrokken personen producenten van groente- en fruitproducten, bewaaraardappelen en kwekerijproducten waren in de representatieve periode die door de lidstaten voor die producten werd toegepast op grond van bijlage VII, punt M, of, in het geval van wijn, zij een toeslagrecht hebben ontvangen als bedoeld in bijlage VII, punten N en O; ”.t
hey have been granted a payment in the reference period referred to in Article 38 under at least one of the support schemes referred to in Annex VI or, in the case of olive oil, in the marketing years referred to in the second subparagraph of Article 37(1) or, in the case of sugar beet, cane and chicory, if they have benefited from market support in the representative period referred to in point K of Annex VII or, in the case of bananas, if they have benefited from compensation for loss of income in the representative period referred to in point L of Annex VII or, in the case of fruit and vegetables, if they were producers of fruit and
...[+++]vegetable products, ware potatoes and nurseries in the representative period applied by Member States for those products pursuant to point M of Annex VII or, in the case of wine, if they have received a payment entitlement as referred to in points N and O of Annex VII,’.