(a) artikel 40 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Verdrag van Schengen voorziet in de mogelijkheid dat een observerende ambtenaar van een lidstaat om dringende redenen zonder voorafgaande toestemming de landsgrenzen van een andere lidstaat overschrijdt om de observatie aan de andere zijde van de grens voort te zetten van een persoon die vermoedelijk een van de in hetzelfde artikel genoemde strafbare feiten heeft begaan, waaronder ook de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen valt;
(a) Article 40 of the Convention implementing the Schengen Agreement provides for situations in which officers of a Member State keeping under surveillance in their country a person who is presumed to have participated in one of the criminal offences referred to in the same article, which include illicit trafficking in drugs and psychotropic substances, may cross the land border of another Member State without prior authorisation where, for urgent reasons, they need to continue their surveillance in that Member State's territory;