de Commissie heeft de artikelen 23 en 27 van verordening nr. 1/2003, verzoeksters’ rechten van verdediging, de richtsnoeren van 2006 voor de berekening van geldboeten (2),
het beginsel dat de straf evenredig moet zijn aan het strafbaar feit, alsook het beginsel van behoorlijk bestuur, het beginsel „nulla poena sine culpa” (geen straf zonder schuld) en het evenredigheidbeginsel geschonden en bovendien een kennelijke beoordelingsfout begaan, door het bedr
ag van de geldboete vast te stell
en op basis van een omzet die hoger ...[+++] lag dan het theoretische maximumbedrag dat door het in artikel 1, leden 2, sub g, 3, sub a en b, en 4, sub h, van de bestreden beschikking gedefinieerde gedrag kon zijn gegenereerd;
that the Commission breached Articles 23 and 27 of Regulation No 1/2003, the applicants’ rights of defence, the 2006 Fining Guidelines (2), the principle that the punishment must fit the offence, as well as the principles of sound administration, nulla poena sine culpa and proportionality and it committed a manifest error of assessment in determining the amount of the fines on the basis of turnover exceeding the maximum theoretical amount that could have been generated by the conduct defined in Articles 1(2)(g), 1(3)(a), 1(3)(b) and 1(4)(h) of the contested decision;