9. merkt op dat de nominale stijging van de wisselkoers van de euro met 11,4% tegenover de Amerikaanse dollar, 12,4% tegenover de yen en 8% tegenover de Chinese renminbi slechts tot een geringe toen
ame van 3,5% van de reële wisselkoers in 2006 heeft geleid en tot dusverre de uitvoer en de groei op het niveau van de eurozone niet heeft belemmerd; meent echter dat de gevolgen voor de diverse lidstaten uiteenlopen, afhankelijk van hun economische structuren en de elasticiteit van de reactie van hun reële sector op wijzigingen van de wisselkoers; dringt er bij de lidstaten op aan stappen te ondernemen om hun flexibiliteit te vergroten; be
...[+++]nadrukt dat het nodig is rekening te houden met de gevolgen die een verdere stijging van de rentevoeten kunnen hebben op de wisselkoers van de euro en het concurrentievermogen van de Europese economie; 9. Observes that the nominal appreciation of the euro exchange rate by 11,4 % against the US dollar, 12,4 % against the yen, and 8 % against the Chinese renminbi led only to a mino
r appreciation of the real effective exchange rate of 3,5 % in 2006, and has not been detrimental to exports and growth at the eurozone level so far; observes, however, that the effects differ among Member States depending on their economic structures and the elasticity of their real sector response to changes in the exchange rate; calls on the Member States to take steps to increase their adjustment capabilities; emphasises the need to take into account the
...[+++] effects that future increases of interest rates may have on the euro exchange rate and the competitiveness of the European economy;