Over het algemeen zal de vader de biologische vader zijn, maar als de ondervraagde iemand anders als de vader ten tijde van de referentieperiode beschouwt, moeten de antwoorden op hem betrekking hebben, ook al is de biologische vader nog in leven en bekend.
In general the father will be the biological father, but if the interviewee considers someone else to be the father during the reference period, the answers should refer to him, even if the biological father is alive and known.