De rapporteur is derhalve van mening dat de partnerschapsovereenkomsten inzake visserij niet enkel een juridisch middel moeten zijn om Europese vaartuigen toegang
te verlenen tot de visbestanden van derde landen, maar ook een instrument moeten zijn om een veran
twoorde en duurzame exploitatie van de visbestanden te bevorderen, en dat de financiële bijdragen van de Europese belastingbetalers gereserveerd en bestemd moeten zijn voor ontwikkelingsdoelstellingen. Ze moeten dus worden besteed ten gunste van de vissersgemeenschappen, om de l
...[+++]evensomstandigheden te verbeteren, opleiding en veiligheid op zee te garanderen en nieuwe lokale banen te scheppen.
In conclusion, your rapporteur is of the opinion that the Fishery partnership agreements should not be only a legal way to allow European vessels to have access to the fishery resources of third countries, but also a tool to promote responsible sustainable exploitation of the sea resources and that the financial contributions paid by the European taxpayers are ring-fenced and earmarked for development goals, i.e. to be spent in favour of the fishermen communities, to improve living conditions, to ensure training, safety at sea and to create new local jobs.